Lessen en groepjes
Als een kind voor het A-diploma mag afzwemmen zijn er veel stappen aan vooraf gegaan. Om ervoor te zorgen dat het niveau van de kinderen binnen één groepje niet te veel verschilt, hebben we het zwemtraject onderverdeeld in 6 groepen. De groepen worden aangeduid met een kleur: Rood, Groen, Blauw, Geel, Wit en Bruin.
​
In elke groep leren de kinderen een onderdeel van de zwemopleiding. Wanneer een kind de vaardigheden beheerst en dit enkele lessen heeft laten zien, dan kan het kind door naar de volgende groep.
​
De vaste lesgevers bekijken iedere les of een kind eraan toe is om door te stromen naar de volgende groep. Er is bovendien meestal een ervaren lesgever die meekijkt of een kind kan doorstromen. Ook kan deze lesgever een kind voor een bepaalde vaardigheid even apart nemen om te oefenen.
De eindtermen per groepje
-
Rood: Watervrij maken en drijven op de rug en buik
-
Groen: Beenslag rug en drijven op rug
-
Blauw: Beenslag buik en drijven op buik
-
Geel: Combinatie schoolslag, start borst- en rugcrawl
-
Wit: Combinatie schoolslag met hoofd boven water, watertrappen en uitbreiding borst- en rugcrawl
-
Bruin (A): Examen eisen A-diploma
Bij elk groepje zijn er naast de kernpunten ook andere vaardigheden die geoefend worden. Dit alles ter voorbereiding op het diepe bad en het A-diploma. Het eerste groepje Rood is belangrijk als basis voor de zwemslagen. Als een kind niet goed watervrij is (zonder angst in/onder het water durven zijn), zal het daar gedurende de hele verdere zwemopleiding hinder van ondervinden.
​
In de groepjes Groen, Blauw en Geel worden de eerste stappen gezet naar de zwemslagen. De nadruk ligt hierbij op de rug- en schoolslag. Er wordt een groot beroep gedaan op het lichaamsbewustzijn van de kinderen. Het komt daarom vaak voor dat kinderen langere tijd in deze groepjes blijven voordat zij verder kunnen.
​
De volgende stap is het leren zwemmen met het hoofd boven water. Dit is belangrijk vanwege het uithoudingsvermogen van de kinderen. Zij moeten langere afstanden gaan zwemmen en wanneer zij boven water adem kunnen halen hoeven ze niet te stoppen of te staan. Dit is een voorbereiding op het zwemmen in het diepe. Ook het watertrappelen is een belangrijk onderdeel voor de veiligheid van de kinderen.
Wanneer de kinderen in het Bruine groepje zwemmen, leren en verbeteren zij alle vaardigheden om te voldoen aan de exameneisen van het A-diploma.
​
Bij het B- en C-diploma worden de zwemslagen verder verbeterd. Tevens worden de afstanden die de kinderen moeten zwemmen groter. Dit vergt veel van de conditie van de kinderen. Daarnaast komen er andere vaardigheden m.b.t. wateroriëntatie aan bod, zoals de koprol, de hoekduik en onder de mat door zwemmen.